Monolith vs Microservices: welke architectuur moet je kiezen voor je applicatie?
Inhoudsopgave De keuze voor een softwarearchitectuur is een cruciale beslissing bij het ontwerpen van een applicatie. Het heeft een directe invloed op de onderhoudbaarheid, schaalbaarheid en prestaties. Er zijn vaak twee tegengestelde benaderingen: monolithische architectuur en microservices architectuur. Een monoliet is een op zichzelf staande applicatie die alle functionaliteit in één blok combineert. Deze aanpak is eenvoudig te ontwikkelen en te implementeren, maar bereikt zijn grenzen bij complexe projecten die een hoge mate van schaalbaarheid vereisen. Microservices daarentegen splitsen functionaliteiten op in onafhankelijke services die communiceren via API's. Deze architectuur biedt meer flexibiliteit en maakt het mogelijk om elke service te schalen, maar gaat wel ten koste van de complexiteit. Dus hoe maak je een keuze tussen monolieten en microservices? Wat zijn de voordelen, nadelen en beslissingscriteria? Dat is wat we gaan bekijken in dit artikel, geïllustreerd met concrete voorbeelden. Wat is een monolithische architectuur? Bij een monolithische architectuur wordt een applicatie ontwikkeld als één pakket waarin alle functionaliteiten strak gekoppeld zijn. De toepassing wordt ontworpen als een enkel, autonoom en onafhankelijk blok. Concreet brengt een monoliet het volgende samen in dezelfde codebasis: Bedrijfslogica Datatoegang Gebruikersinterfaces Oproepen naar andere toepassingen (bijv. [...])